Vasten om hardnekkig vet te verbranden
06-02-2021 VoedingDe ene vetcel is de andere niet! Vetreductie gaat vaak snel en dan stagneert het ineens. hoewel je al enige tijd in een calorie deficit opereert, blijft de vet verbranding achter met vaak een zichtbare hardnekkige laag vet vooral op de (onder)buik, onderrug en bij vrouwen ook nog vaak de heupen en benen.
Hoe komt dit?
We hebben dit al eens in het klein besproken in een van onze Feel Food webinars, maar wijden er speciaal een blog aan, zodat je het verschil in deze vetcellen en opslag begrijpt. Na een maaltijd volgt er een insuline respons om de bloedsuikerspiegel te reguleren. In deze saturatie fase vindt er geen vetverbranding plaats. In de uren die volgen krijgt het lichaam energie via de oxidatie van glucose. Dit houdt enige tijd aan en meestal eten wij weer een maaltijd of “tussendoortje” zodat we dit glucosemetabolisme in stand houden.
Intermittant Fasting
Na ongeveer 12 tot 13 uur heeft het lichaam de nutriënten van de laatste maaltijd volledig benut en is het insulinepeil dusdanig gedaald dat er een verschuiving van glucosemetabolisme naar vet benutten (mobilisatie van vet) als energie. De daling van insuline zorgt voor een uitstoot van Catecholamines (voortkomend uit de chemische verbinding van aminozuur Tyrosine: epinephrine en norepinephrine).
Deze Catecholamines in het bloedplasma binden zich aan de receptoren van de vetcel. Deze receptoren kun je zien als een soort slot. Neurotransmitters en hormonen vormen een sleutel tot dit slot. In dit geval activeren de catecholamines de vet mobilisatie. Dit heet "hormoon sensitieve lipase", welke de vetcel vervolgens openmaakt zodat de inhoud verbrand kan worden.
En het is hier waar er een verschil in vetreceptoren merkbaar wordt want normaal vetweefsel heeft relatief meer beta(2) receptoren dan alpha(2) receptoren waarbij je de beta receptoren kunt zien als een kickstarter voor vetverbranding (makkelijk te openen) en de alpha receptoren fungeren meer als rem (moeilijk te openen).
Waarom maakt het lichaam gebruik van verschillende receptoren?
Er is dus een verschil in vetweefsel wat verklaard dat je op die plekken makkelijker vet verliest. De relatie beta(2) tot alpha(2) cellen is daar het hoogst en op de notoire plekken zoals eerder genoemd is dit andersom. Het is dan ook een feit dat vrouwen relatief meer alpha(2) weefsel hebben op de buik, benen en heupen. En wel negen keer zoveel in relatie tot beta(2) op die plekken. Dit heeft wel degelijk een functie. Het beschermt de vrouw tegen een te laag vetpercentage. Vet wat zij nodig heeft voor ovulatie. Echter is het voor ons allemaal vervelend en ongezond als daar een te grote laag hardnekkig vetweefsel bevindt.
Vasten verhoogd Catecholamines in het bloed
Vasten zorgt oa voor 45% meer subcutane (onderhuidse) doorbloeding in vooral de buikregio wat het voor de Catecholamines makkelijk maakt de vetcellen te bereiken en zich daar te binden aan de receptoren. Het lage insuline gehalte in het bloed weerhoudt alpha(2) receptoren van activatie zodat de “rem” weg is en er makkelijker vet vrijgemaakt kan worden van energie. Wetenschap heeft aangetoond dat er een optimale vetverbranding begint tussen de 12 en 18 uur na de laatste maaltijd oftewel “the sweetspot” als het gaat om het verbranden van ook dat hardnekkig vet!
Samenvattend
-
Verdeling vetweefsel in beta(2) en alpha(2) receptoren bepalen hoe makkelijk of juist moeilijk het is vet vrij te maken voor verbranding.
-
Vasten verlaagd insulinepeil waardoor de aplha(2) receptoren (de rem) worden uitgeschakeld.
-
Verhoogd catecholamines die zich binden aan de receptoren (de sleutel) om deze open te maken ten behoeve van energie.
Wat gebeurt naarmate de uren de FASTING window optellen?
4 tot 8 uur in de FAST window
- Je bloedsuikerspiegel gaat dalen.
10 tot 12 uur in de FAST window
- Hier begint ongeveer de metabolische vast. Je laatste maaltijd is nu reeds door je lichaam heen gegaan. Normaal gesproken zou je nu weer een maaltijd gaan eten.
13 uur in de FAST window
- Wegens het uitblijven nieuwe brandstof gaat je lichaam ketonen aanmaken en deze inzetten. Hiermee wordt de aanmaak van GABA drastisch omhoog. Groeihormoon pieken volgen. Meer aanmaak van catecholamines.
14 uur in de FAST window
- Dit ligt een beetje aan jouw vermogen voor vet adaptatie als energie maar verreweg de meeste mensen schakelen nu over op ketonen en komen dus in ketose.
15 tot 18 uur in de FAST window
- Autophagy begint. Het effectief verbranden van vet als brandstof is nu volledig tot stand gekomen.
24 uur in de FAST window
- Hier eindigt een 24 uur vast met alle voordelen hierboven genoemd. Dit is tevens een lastige periode waarin je een langere vast wilt breken. Echter, doe je dit niet dan volgen er de volgende voordelen.
36 uur in de FAST window
- Autophagy gaat met 33% omhoog. Hier spreken we van de “reset" in metabolisme. Het afvoeren van oude en niet werkende cellen stijgt en de efficiëntie gaat omhoog. Dit gaat soms gepaard met darm perikelen.
48 tot 72 uur in de FAST window
- Autophagy gaat nog eens met 30% omhoog. Aanmaak nieuwe stamcellen.
72 uur in de FAST window
- Hier stagneert autophagy maar niet de aanmaak van stamcellen.
Tot 96 uur in de FAST window
- Er vinden musculoskeletale en interne veranderingen plaats door een hoge productie stamcellen die na 96 uur stagneert. Hier vindt er een “reset” plaats van het immuunsysteem.
Tekst: PTA® - Personal Training Agency B.V. te Amsterdam, door Wendy Bierens en Robert Schoot
Beeld: PTA® - Personal Training Agency B.V.